Om de prijs van een zeevrachtzending te kunnen doorgronden moet u de begrippen kennen die van invloed kunnen zijn op de prijs.
Zeevracht is de prijs die u betaalt voor internationaal transport over zee. Er zijn talrijke variabelen die deze prijs bepalen. Bijvoorbeeld het soort vracht, het volume en het gewicht van de vracht maar ook het vaargebied bepalen de uiteindelijke prijs van elke zending. Ook de keuze voor FCL of LCL is van invloed.
FCL (Full Container Load)
Er is sprake van FCL lading wanneer men zeevracht heeft in een volle container voor één enkele verlader. De container wordt niet gedeeld met andere verladers, en er is maar één eigenaar van de lading. Kiezen voor een FCL-verzending is (in de regel) voordeliger wanneer de zeevracht meer dan 10 standaardpallets of 13 m3 (kubieke meter) bedraagt.
LCL (Less than Container Load)
Er is sprake van LCL lading wanneer ladingen van verschillende verladers ruimte in dezelfde container delen. Dit wordt ook wel uitgelegd als groupage vracht. Kiezen voor een LCL-verzending loont (in de regel) als u tot 12-13 m3 aan zeevracht wilt verschepen.
De kosten voor zeevracht kunnen in diverse eenheden berekend worden:
- per container: hoe groter het aantal containers, hoe hoger de zeevrachtkosten.
- per TEU: TEU is de meeteenheid voor de capaciteit van standaard zeecontainers. Een 20FT container telt hierbij als 1 TEU, terwijl een 40FT container 2 TEU is. Voor een 40FT container betaal je dus twee keer het opgegeven tarief per TEU.
- per gewicht of volume: de kosten van (LCL) zeevracht worden bepaald door het gewicht of door het volume van de zending. Waarbij het eerste wordt uitgedrukt in kilogrammen en het tweede in kubieke meters.
Wat zijn de basistoeslagen voor zeevracht?
Bij de berekening van de kosten voor zeevracht van LCL- en FCL-zendingen van een haven van herkomst naar een haven van bestemming, wordt altijd eerst de basisvracht bepaald. Dit is de prijs per zending zonder enige verdere toeslag. Naast deze standaardberekening zijn de volgende meest voorkomende basistoeslagen van toepassing:
- Bunker Adjustment Factor (BAF): een variabele toeslag die wordt toegepast om de wereldwijde schommelingen van de olieprijzen te kunnen compenseren.
- Currency Adjustment Factor (CAF): een toeslag die wordt toegepast om rederijen te beschermen tegen wereldwijde koerswisselingen in valuta. De rederij rekent haar zeevracht in dollars maar maakt bijvoorbeeld lokale kosten in andere valuta. De CAF wordt gewoonlijk vermeld als een percentage binnen het totale bedrag van de vrachtprijs.
- Terminal Handling Charge (THC): toeslag die wordt toegepast op de havenoverslag van zeevracht, zowel in de haven van herkomst als bestemming. Denk bijvoorbeeld aan kosten voor opslag of het laden van de containers aan boord van het schip.
- Congestion Surcharge (CS): toeslag die door rederijen wordt toegepast op basis van oplopende congestie (vertraging) in zowel de haven van oorsprong- als bestemming.
Tijdelijke toeslagen
De zeevracht kent ook tijdelijke toeslagen die bijvoorbeeld afhankelijk zijn van een specifiek seizoen of een noodsituatie:
- War Risk Surcharge (WRS): toeslag die wordt toegepast wanneer een containerschip door een gebied moet varen waar een oorlogsconflict aan de gang is. Deze toeslag is ook van toepassing als het schip door een gebied moet varen met een verhoogd risico op het uitbreken van een oorlogsconflict.
- Peak Season Surcharge (PSS): Deze toeslag wordt toegepast in het hoogseizoen, wanneer er relatief meer zeevracht is. Deze hoogte van deze toeslag is wel afhankelijk van het betreffende vaargebied en de rederij.
- General Rate Increase (GRI), General Rate Restoration (GRR) of Emergency Rate Restoration (ERR): Dit zijn verhogingen van de zeevrachttarieven op alle of meer specifieke handelsroutes gedurende een bepaalde periode. Deze verhogingen worden ingevoerd door rederijen en zijn bedoeld om hun tarieven weer marktconform te krijgen.
Overige toeslagen
Naast de basis en tijdelijke toeslagen kent de wereld van zeevracht heel veel overige toeslagen, toepasbaar naar gelang het moment en de situatie. Enkele voorbeelden hiervan zijn:
- Overweight Surcharge (OWS): Toeslag die wordt toegepast voor het vervoer van zware goederen waarvoor het gebruik van niet-standaard containers nodig kan zijn.
- Special Equipment Surcharge (SEP): Toeslag die wordt toegepast op de zeevracht van speciale containers, gewoonlijk komt deze toeslag voor bij het vervoer van Open Top of Flat Rack containers.
- IMO Surcharge: Toeslag die wordt toegepast bij het vervoer van UN geclassificeerde gevaarlijke goederen. Deze toeslag kan gebaseerd worden het type goederen, het aantal containers maar ook het gewicht van de lading.
- Automated Manifest Systems Filing (AMS): toeslag die geldt voor lading naar de Verenigde Staten en Mexico. Het AMS filing heeft te maken met strenge veiligheidsmaatregelen in deze twee landen. Het document dient 24 uur voor vertrek uit de laadhaven ingeleverd te zijn. Rederijen rekenen hier een extra toeslag voor.